
Snoei van fruitbomen bij aanplant
De meest effectieve manier om een nieuwe fruitboom te snoeien is bij het aanplanten. Voor de plaatsing in het plantgat kan de boom op de grond worden gelegd zodat alle takken gemakkelijk bereikbaar zijn.
Bij de eerste snoei wordt de basisvorm van de volwassen boom gecreëerd door de hoofdstam (harttak) en enkele zijtakken te behouden.
De centrale verticale tak, of harttak, vormt de hoofdstructuur, samen met 4 à 5 gesteltakken. Deze gesteltakken worden gekozen op basis van hun gelijkmatige verdeling rond de centrale tak en op verschillende hoogtes om een evenwichtige boomstructuur te ontwikkelen.
De gesteltakken vormen idealiter een hoek van 45 tot 60 graden ten opzichte van de stam. Een open kruin bevordert een goede luchtcirculatie en voldoende zonlicht, wat de gezondheid en vruchtproductie van de boom ten goede komt.


Snoei van loofbomen bij aanplant
Bij het planten van loofbomen blijft de centrale tak behouden als toekomstige stam. Concurrenten van deze harttak, dit zijn takken die recht omhoog groeien en een scherpe hoek vormen, worden volledig verwijderd.
Meestal wordt de harttak iets ingesneden en worden de gesteltakken met een derde ingekort. Alle takken die naar binnen groeien of elkaar kruisen kunnen worden verwijderd. Om de bladmassa te beperken mogen ook een aantal éénjarige twijgen verwijdert worden.
- Het snoeien helpt de verdamping via de bladeren te verminderen, aangezien de wortels na het verplanten niet voldoende water kunnen opnemen. Dit snoeien brengt de wortels en de kroon in balans, zodat de boom zijn energie kan richten op de wortelgroei om stevig vast te komen staan.
Een ongesnoeide boom met een grote kroon maar een beperkt wortelgestel loopt meer risico op omvallen bij harde wind.
- Gedurende de eerste periode is het belangrijk de boom te ondersteunen met een paal, geplaatst aan de windzijde (meestal de westkant), om te voorkomen dat de boom omwaait of schuin komt te staan.
Gebruik een boomband om de boom losjes aan de paal te bevestigen. De band moet breed genoeg zijn om de schors niet te beschadigen en moet onder de onderste takken worden bevestigd. Laat voldoende ruimte voor natuurlijke beweging om de wortelontwikkeling te bevorderen.
- Het planten van bomen gebeurt steeds in de winter als de bomen in rust zijn. Snoeien in de winter stimuleert de nieuwe groei in het voorjaar. Zorg ervoor dat je gereedschap schoon en scherp is.
- Na het snoeien is het belangrijk om de boom goed water te geven en eventueel mulch aan te brengen om de bodemvochtigheid te behouden en onkruidgroei te onderdrukken. Controleer regelmatig de boom en verwijder eventuele scheuten die ontstaan uit de basis van de boom of de harttak.
Vooral bomen met snelle groei zoals lindes en platanen zijn gebaat bij een stevige snoei bij aanplant. Hoe langzamer de soort groeit, hoe minder snoei er nodig zal zijn bij de aanplant, dit is bijvoorbeeld het geval bij Magnolia en Koelreuteria.

Snoei van naaldbomen bij aanplant
Bij het aanplanten van coniferen is het belangrijk om voorzichtig te werk te gaan met snoeien, aangezien deze planten doorgaans weinig snoei nodig hebben en gevoeliger zijn voor snoei dan loofbomen. Omdat ze van nature een dichte, conische vorm hebben is het hier niet nodig om lucht en zonlicht aan de binnenkant te brengen.
- Als het nodig is om de vorm van de conifeer aan te passen, doe dit dan met zorg. Snoei de toppen van de groeiende takken licht in om de gewenste vorm te behouden, maar vermijd het snoeien van takken die teruggaan naar de kale delen van de stam, aangezien coniferen vaak niet opnieuw uitlopen op oud hout.
- Maak gladde, schone sneden net buiten de takkragen, de verdikte rand aan de basis van de takken. Dit zorgt voor een betere genezing en vermindert het risico op ziekten.
- Verwijder eventuele uitlopers aan de basis van de stam en concurrerende takken die de vorm van de boom verstoren. Dit helpt om een enkele, sterke stam en een symmetrische groei te behouden.
- Beperk snoei verder tot een minimum en verwijder enkel dode, beschadigde of zieke takken.
