Fruitbomen online kopen bij Calle-Plant?
eenvoudig en snel! gezond en lekker!
Uw tuin opluisteren met een goeddragende appelboom of een onweerstaanbare bessenstruik? Of bent u op zoek naar de geschikte fruitboom voor uw professionele project? Op de webshop van fruitboomkwekerij Calle-Plant kunnen zowel particulieren als groenprofessionals soortechte fruitbomen online kopen.
Hoogkwalitatieve
fruitbomen,
al 5 generaties
lang
Alles wat aandacht krijgt, groeit. Moeder Aarde geeft alleen het beste van zichzelf als we hier en daar een beetje bijsturen met onze groene vingers. Fruitteelt vraagt namelijk een vakkundige aanpak. De kwaliteit van de fruitbomen is afhankelijk van diverse factoren, zoals zoninval, vochtigheid, reliëf, bodemtype, pH-waarde en plantafstand.
Dankzij onze liefdevolle, milieubewuste aanpak mogen we ieder jaar trots zijn op onze kweek. Zo kunnen onze klanten de soortechte fruitbomen online kopen die ze verdienen. Naast de RGF-rassen, traditionele en commerciële soorten, streven we er ook naar om ons assortiment regelmatig te vernieuwen. Keer op keer met het oog op een subliem resultaat.
Fruitboomteelt,
onze eerste specialiteit
sinds 1895
Breed scala aan fruitboom soorten
Graag een appelboom of liever een vijgenboom in uw tuin? Wilt u laagstam, hoogstam of halfstam fruitbomen online kopen? Verkiest u grote of mini fruitbomen? Op onze gebruiksvriendelijke webshop vindt u het allemaal.
Appelbomen
Gebruikte onderstammen:
- M 9: Zwak, algemeen gangbaar gebruikt in de commerciële fruitteelt. Het meest geschikt voor leifruit en intensieve aanplanting in spilvorm. Heeft steunpaal nodig.
- M 26: Matig zwak, gebruikt voor struikvormen in particuliere tuinen. Groeit iets sterker dan M 9 waardoor de boom minder zorgen (snoeien, sproeien, steun) behoeft. Sterker wortelgestel.
- M 106: Matig sterk, geschikt voor halfstambomen van matige omvang. Sterk stabiel wortelgestel.
- Zaailing: Sterk, geschikt voor half- en hoogstambomen van grote omvang. Latere vruchtbaarheid en lange levensduur.
Nuttige weetjes:
- Bewaarappels plukt u best begin oktober.
- Sierappelsoorten kunnen dienen als bestuiver voor uw appelaar, als de bloeiperiode gelijk valt. Een hoogstam ‘Bellefleur’ of ‘Boskoop’ in het gazon en een sierappel struik als bestuiver in de privétuin zijn prachtig én nuttig.
- Volgende variëteiten worden als beste bestuivers aangeraden: ‘Alkmene’, ‘Reinette de France’, ‘Reine des Reinettes’, ‘Transparante Blanche’, ‘James Grieves’, ‘Idared’ en ‘Jonathan’.
- U kunt best een wintersnoei toepassen.
Bestrijding van ziektes:
- Schurft en appelmade zijn de schadelijkste kwalen in de liefhebberstuin. De appelmade bestrijding gebeurt begin juni. Bij warm weer vliegen er motjes en is bespuiting met een insecticide noodzakelijk. Het is echter nog beter om een biologisch middel in te zetten. Schurft en witziekte bestrijdt men met niet-giftige fungiciden. Tijdig de behandeling beginnen (in mei gedurende warme, vochtige periodes) is de boodschap.
- Wollige appelbloedluizen kunnen voorkomen als witte pluizen op de onderzijde van twijgen en langs de stam, meestal in de nazomer. Maar hoe kunt u deze wollige appelbloedluis nu bestrijden? Bij het begin van de infectie is het goed om de luizen manueel te pletten en om de onmiddellijke omgeving te inspecteren (ca. 10 m). Een grondige bespuiting is pas aangewezen na de pluk. Mogelijks wordt de luis ervoor door een natuurlijke parasiet bestreden.
Perenbomen
Gebruikte onderstammen:
- Kwee C: Zwak, enkel voor commerciële aanplant, vorstgevoelig.
- Kwee A: Matig zwak, meest gebruikte onderstam voor struikvorm. Sommige variëteiten hebben geen affiniteit met deze onderstam en hebben nood aan een tussenstam (vb. ‘Triomphe de Vienne’, ‘Jefkes’…). Hiervoor wordt meestal ‘Beurré Hardy’ gebruikt.
- Zaailing: Sterk groeiend voor half- en hoogstamvormen.
Nuttige weetjes:
- Bewaarperen plukt u best begin oktober.
- De perelaar staat graag op een zonnige standplaats. Pas dan zijn de peren echt sappig en rijk aan aroma’s. Om deze reden en omdat hij niet onderhevig is aan vruchtboomkanker, is hij het meest geschikt voor de leiboom.
- U kunt best een wintersnoei toepassen.
Bestrijding van ziektes:
- Perenroest bestrijden en behandelen? De schimmel heeft in de winter en lente als waardplant de jeneverbes (Juniperus ssp). Verwijder deze in een straal van 100 m rond de perenbomen. Bij lichte aantasting is er geen bestrijding nodig. Het is nuttig om geïnfecteerde bladeren op te ruimen.
- Perenbladvlooien leven in kolonies zoals bladluizen en zuigen aan de scheuttoppen. Deze worden bijgevolg plakkerig en zwart. Oorwormen zorgen voor een ideale biologische perenbladvlo bestrijding. Zorg voor schuil- en overwinteringsplaatsen door met stro gevulde stenen bloempotten op te hangen in de bomen.
- De larve van de perenprachtkever boort gangen in het meerjarige hout van zowel jonge als oudere perelaars. Hoe kunt u de perenprachtkever bestrijden? Controleer alvast grondig nieuw aangekochte bomen. Verder kunt u ook manueel de bast openkrabben en de larve doden waar er zichtbare schade is.
Pruimenbomen
Ter verduidelijking:
- Pruimen: Verzamelnaam voor alle pruimen, ook deze niet behorend tot de andere hieronder vermelde categorieën.
- ‘Reine Claude’: Suikerpruimen, rond van vorm en heel zoet.
- Kwetsen = bakpruimen = Altesse = Quetsche: Eivormige vruchten, laat rijpend en goed te drogen, meestal violetblauw. De steen komt makkelijk los.
- Mirabellen: Heel kleine, zoete ronde vruchten. Groeikrachtige bomen die vrij laat heel vruchtbaar worden. Nieuwere selecties worden onderzocht.
Gebruikte onderstammen:
- St Julien A: Voor struikvorm, kleinere bomen.
- Myrobolaan: Voor half- en hoogstamvorm, sterkere groei.
Nuttige weetjes:
- Onder de algemene verzamelnaam ‘pruimen’ worden vaak zowel de bakpruimen, de mirabellen, de reine-claudes en de eigenlijke pruimen gegroepeerd. Ze zijn nochtans verschillend in vorm, grootte, het loskomen van de steen, de smaak en de vastheid van het vruchtvlees, waardoor ze voor verschillende culinaire toepassingen kunnen dienen.
- De liefhebber moet beslist enkele vruchtbare pruimenbomen in zijn tuin hebben. Hoe meer variëteiten, hoe beter de kruisbestuiving is.
- Van alle fruitgewassen zijn pruimen het gemakkelijkst te telen door de liefhebber.
- De beste reine-claudes zijn het minst vruchtbaar en zelfsteriel. Zij hebben dus zeker nood aan kruisbestuiving. Goede bestuivers voor ‘Reine Claude Dorée’ zijn o.a. ‘Altess Simple’ en ‘Mirabelle de Nancy’.
- Kruisbestuiving bij pruimen is dikwijls eenrichtingsverkeer, terwijl de andere richting geen aanleiding tot vruchtzetting geeft. Bv.: ‘Monsieur Hâtif’ geeft bij ‘Bleu de Belgique’ en ‘Reine Claude d’Althan’ goede resultaten, omgekeerd echter niet.
- Zeker bij pruimen is vruchtdunning noodzakelijk. Behoud maximaal één pruim om de 10 cm vruchttwijg om mooie vruchten te oogsten.
Bestrijding van ziektes:
- Het pruimenblad krult en heeft een ziekte? U kunt de blauwe pruimenbladluis bestrijden met een selectief systemische insecticide.
Kersenbomen
Gebruikte onderstammen:
- F12/1: Een selectie van de wilde kers die vegetatief wordt geteeld omwille van zijn gezondheid, zijn rechte groei en voldoende wortelgestel voor hoogstamvormen en zijn geringe gevoeligheid voor de gomziekte.
- Colt: Geschikt als onderstam voor struik- en halfstamvorm. Het boomvolume bedraagt 2/3 van dat op F12/1 gekweekte bomen.
- GISELA 5®: Momenteel de beste onderstam voor intensieve struikaanplantingen. Het boomvolume bedraagt slechts 1/3 van op F12/1 gekweekte bomen.
Nuttige weetjes:
- Kersenbomen verdragen geen vochtige standplaats.
- De wilde vorm (Prunus avium) is sterkgroeiend en dus hoofdzakelijk geschikt voor hoogstamteelt.
- Belangrijke productiegebieden van weideboomgaarden bevinden zich in Engeland (Kent), Duitsland (Niederelbe), Nederland en België (rond Sint-Truiden). In de voormalige oostbloklanden schakelen ze nu stilaan over naar intensieve teelt op struikvorm. Hiervoor zoekt men reeds lang naar geschikte onderstammen om een kleinkronige boom te bekomen, zonder het kaliber van de vruchten te beïnvloeden.
Bestrijding van ziektes:
- Stelt u gomziekte vast bij uw 10 jaar oude kersenboom of kriekenboom? Dan kunt u de gomziekte bestrijden door een verticale insnede van ca. 5 mm diep te maken over de volledige lengte van de stam.
Kriekenbomen
Gebruikte onderstammen:
- F12/1: Een selectie van de wilde kers die vegetatief wordt geteeld omwille van zijn gezondheid, zijn rechte groei en voldoende wortelgestel voor hoogstamvormen en zijn geringe gevoeligheid voor de gomziekte.
- Colt: Geschikt als onderstam voor struik- en halfstamvorm. Het boomvolume bedraagt 2/3 van dat op F12/1 gekweekte bomen.
Bestrijding van ziektes:
Perzikbomen en nectarines
Gebruikte onderstammen:
- Julien A: De meest gebruikte onderstam, beperkt het boomvolume.
- Zaailing: Minder geschikt, enkel voor droge arme zandgronden.
Nuttige weetjes:
- Boomvormen: Voor de perzik en nectarine is de struik of de spilvorm het meest aangewezen. Halfstambomen worden ook veel aangeplant in liefhebberstuinen. Zorg voor de zonnigste en hoogst gelegen standplaats. De hoogstamvorm is af te raden vanwege takbreuk.
- Dankzij de vroege, mooie roze bloei is deze vrucht geschikt voor aanplant als solitair in de siertuin. Bovendien zijn perzikbomen zelffertiel, waardoor 1 boom volstaat.
- Aangezien er slechts weinig insecten zijn tijdens de bloei van de vrucht, is het nuttig om handmatig te bestuiven met een penseel.
- Het is niet echt nodig om uw perzikboom te snoeien. In september kan u het dode hout wegnemen. Snoeien in volle winter verdraagt de perzikboom niet. De enige reden om snoei toe te passen, is om takbreuk te vermijden.
- In jaren van overvloed is het belangrijk sterke vruchtdunning toe te passen en de overladen takken te ondersteunen.
- De liefhebber kan eenvoudig perzikbomen zaaien. ‘Fertile de Septembre’ en ‘Reine des Vergers’ zijn vrij zaadecht.
Bestrijding van ziektes:
- Perzikbomen worden vooral aangetast door de krulziekte (taphrina) op het jonge blad. Hoe dient u deze krulziekte bij de perzikboom te bestrijden? U kunt na bladval best alle perzikbladeren opruimen en de voet van de boom afdekken met een laagje compost. Dit beperkt de aantasting en van zodra de temperaturen stijgen, groeit de boom gezond verder.
Abrikozenbomen
Nuttige weetjes:
- Boomvormen: Zowel stuikvormen (los of in waaier) als halfstammen zijn geschikt.
- Hoewel abrikozen een nog warmere standplaats vragen dan perziken, geven deze exoten ook goede vruchten als de bloei niet bevriest. Abrikozen vereisen bovendien een vrij droge standplaats.
- Een losse leiboom aan een grote zuidermuur is ideaal.
- Eén abrikozenboom volstaat, aangezien de abrikozenboom zelfbestuivend is.
- En hoe zit het met het snoeien van uw abrikozenboom? Net zoals perzikbomen verdragen abrikozenbomen geen sterke snoei, zeker niet in de winter.
Kastanjebomen
Wij veredelen de grootvruchtige en rijkdragende variëteit ‘Marron Doré de Lyon’. Door zijn mooie bloei, vruchtbehang en bolvormige kruin van ca. 8 m, vormt deze variëteit een prachtige sierboom. De vruchten zijn groter dan die van de gewone zaailingen. De kastanjes worden ‘marron’ genoemd, omdat de vruchten niet in vakjes zijn verdeeld en dus beter geschikt zijn voor de industrie.
Nuttige weetjes:
- Kastanjes worden vaak gepoft of geroosterd. Koken of stoven en dan pureren met boter en suiker is een delicatesse bij wild of gevogelte. Verwijder wel het bruine velletje dat anders voor de bittere smaak zorgt.
- De wortels van de kastanjeboom zijn bijzonder vorstgevoelig. U moet de kastanjeboom dus steeds planten in vorstvrije omstandigheden.
Walnoten- en okkernotenbomen
Nuttige weetjes:
- Op oude hoeves staat vaak een notenboom dicht bij het huis om muggen te weren.
- Onderbeplanting bij de okkernoot is niet altijd even succesvol wegens schaduw en droogte, maar ook vanwege de stof ‘Juglone’ die de wortels afscheiden.
- Notenbomen groeien best op een niet te natte standplaats. Plant uw okkernoot bovendien niet te dicht bij de woning. Hij wordt hoog en breed en groeit liefst evenwichtig uit.
- De wortels van walnoten zijn heel gevoelig voor vorst. U kunt de walnotenboom of okkernotenboom best planten in februari-maart, bij een luchttemperatuur boven 0°C.
- Wanneer een zwaardere tak weggezaagd moet worden, gebeurt dit best in september om bloeding te vermijden.
- Er zijn twee mogelijkheden:
- Okkernoot uit zaad: Alle volwassen notenbomen zijn zeer vruchtbaar, maar er is veel verschil in vruchtgrootte. Ze worden bij ons uit zaad van grootvruchtige moederbomen opgekweekt, wat de kans op een goed kaliber sterk vergroot. Gezien ze laat tot vruchtzetting komen (ongeveer na 10 jaar) is deze selectie beslist de moeite waard, ook al geeft ze geen 100% zekerheid.
- Veredelde okkernoot: In Zuidoost-Frankrijk en Hongarije worden veredelde notenbomen op grote schaal gekweekt (‘Noix de Grénoble’), maar deze variëteiten zijn minder geschikt voor ons klimaat.
Bestrijding van ziektes:
- De bacterieziekte Pseudomonas juglandis geeft bruine vlekken op blad en bolster. Bij zware infectie wordt de vrucht zelfs zwart en slijmerig. Ook jonge twijgen kunnen worden aangetast. De bomen worden vatbaar door een teveel aan bemesting of een te vruchtbare ondergrond.
- Daarnaast is er de bladvlekkenziekte anthracnose, veroorzaakt door de schimmel Gnomonia leptostyla. Deze ziekte geeft hoekige, ingezonken bruine vlekken op blad en bolster. De noten kunnen verdrogen en een vervroegde bladval kan plaatsvinden.
- Hoe kunt u Pseudomonas en anthracnose nu bestrijden? Beide hebben dezelfde voorzorgsmaatregelen: niet bijmesten en het afgevallen blad verwijderen.
Hazelnootbomen of hazelaars
Nuttige weetjes:
- De hazelaar vormt een goed, 4 tot 7 meter hoog windscherm voor tuin en landschap. De hazelnootboom is daarenboven een goede bosplant (rand- en onderbeplanting) voor alle vochtige gronden en zelfs schaduwrijke plaatsen. Daarnaast geeft het goed kaphout.
- Hazelaars kunt u best niet snoeien als u meer vruchten wilt hebben.
- Wanneer de hazelaar te oud wordt, kunt u deze verjongen door enkele of alle takken tot aan de grond af te zagen. De struik herstelt zich zeer snel.
- Bestuiving is bij hazelaars een zeer complexe materie die haar oorzaak vindt in de zelfonverdraagzaamheid. Kruisbestuiving is dus zeker aangewezen. Het is echter niet altijd succesvol, want er is soms wederzijdse onverdraagzaamheid tussen variëteiten onderling. Vandaar de aanduiding van de bestuiverrassen. Een combinatie van onze drie hoofdvariëteiten, ‘Webb’s Prize Cob’, ‘Géante de Halle’ en ‘Fertile de Nottingham’, is een garantie op succes.
- De voornaamste productiegebieden van hazelnoten bevinden zich in Turkije, Spanje en Italië. Bovendien wordt er onderzoek verricht naar de mogelijkheden voor commerciële aanplanting in onze streken.
- Wij kweken door afleggen meerdere variëteiten grootvruchtige hazelnoten en exporteren deze in grote aantallen naar de boomkwekers in onze buurlanden.
Bestrijding van ziektes:
- De hazelnootboorder is een snuitkever. Hij legt zijn ei in de jonge vruchtbeginselen. De larve eet de vrucht op en valt met de noot op de grond, om te verpoppen in de bodem. De hazelnootboorder kunt u als volgt bestrijden:
- De gestoken noten vallen 10 dagen voor de volle noten. Ruim ze op en verwijder ze.
- Kippen onder de hazelaars zijn zeer doeltreffend.
- Tegen de kever kan je in het begin van de zomer spuiten met een milieuvriendelijk middel.
Kweeperenbomen
Nuttige weetjes:
- Enkele selecties van de wilde plant worden gebruikt als onderstam voor de meeste perenvariëteiten in struikvorm, hoewel ze meer vorstgevoelig zijn dan de perenvariëteiten zelf.
- Hoogstammen worden best geënt op ‘Crataegus’ (meidoorn). Op ‘Sorbus’ (lijsterbes) is de verenigbaarheid slecht.
- Kweeperen worden geplukt van zodra de eerste volwassen vrucht afvalt (oktober) en worden dan best in huis bewaard gedurende 14 dagen tot 3 weken. Dit versterkt het aroma.
- De veredelde, grootvruchtige variëteiten worden vaak als decoratie gebruikt, dankzij hun aantrekkelijke, grote, gele, welriekende vruchten. Daarnaast zijn ze ook enorm geliefd voor culinaire toepassingen: kweeperengelei, kweeperensiroop, kweeperenconfituur, kweeperenpastei, kweeperenlikeur en kweepeer aperitief.
Bestrijding van ziektes:
- Kweepeer is gevoelig voor bacterievuur, dus regelmatige controle is aangewezen. Vroegtijdig ontdekte infecties kunnen weggesnoeid worden (zeker 1 m dieper dan de infectieplaats).
Mispelbomen of mispels
Nuttige weetjes:
- De mispelboom behoeft geen speciale standplaats. Hij wordt op meidoorn veredeld als halfstam of hij wordt als struik aangeplant. U moet de mispelboom enkel snoeien om misvorming van de boom te voorkomen.
- De mispel is zeker geschikt voor aanplant in een siertuin en wordt tot ca. 5 m hoog en breed.
- De mispelboom vruchten zijn extreem rijk aan vitaminen.
- Mispels worden in november (na de eerste vorst) geplukt, bewaard tot ze zacht worden en dan opgegeten (uitgezogen langs de steel) of verwerkt. Door de ietwat aparte smaak, is de vrucht geliefd voor wijn- of alcoholbereidingen.
Nashi perenbomen of nashi’s
Nuttige weetjes:
- De bomen worden op kwee gekweekt en zijn nauw verwant met de perelaar. Ze groeien sterk rechtop en zijn zeer gezond. Als tussenstam gebruiken we ‘Beurré Hardy’.
- U kunt de nashi perenbomen best snoeien als perelaar en uitbuigen.
- Nashi’s zijn zelfsteriel, kruisbestuiving is dus een must.
Druivenbomen of druivelaars
Nuttige weetjes:
- De wijnstok of druivelaar is zelffertiel en voldoende winterhard, maar vraagt een warme standplaats, een zuidermuur of een koude serre om de vruchten te laten rijpen.
- Het is belangrijk om uw druivelaar goed te snoeien en dit goed op te volgen. Wanneer u de druivelaar gaat planten, snoeit u op één scheut 25 cm boven de grond terug. Ieder jaar voegt u 80 tot 120 cm toe bij de hoofdtak(ken). U kunt ook een hoofdtak in een tweede richting opkweken. Tegen een muur laat u om de 25 cm een twijg groeien met vruchtaanzet, terwijl u de overige wegsnoeit. Aan een draad kunt u aan weerszijden van de hoofdtak deze afstand respecteren en zo de productie verhogen. Gedurende de zomer topt u de vruchtdragende twijg drie bladen boven de tweede tros. U neemt bovendien meermaals de dieven weg. Dit zorgt voor grote vruchten en trossen die voldoende sappig en zongerijpt zijn. Elk jaar in februari snoeit u alle vruchttwijgen terug op 1 of 2 ogen vlakbij de hoofdtak.
- Druiven kweken in een kas gaat niet samen met groenten kweken. Vanaf september moet u een droge omgeving creëren. Serreteelt vraagt extra zorgen. Vanaf ca. 10 cm moet u de dieven wegnemen, zo niet is er gevaar voor rotting, witziekte en barstende vruchten.
- Gieten: In maart moet u grondig gieten, dit in combinatie met stikstofgift. Vanaf dan moet u de ondergrond constant goed vochtig houden. Een goed middel hiervoor is een laagje mest bovenop de grond. Schommelingen in vochtigheid kunnen leiden tot barsten.
- Trosdunning bij druiven: Een teveel van trossen per struik resulteert in kleinere trossen en kleinere, minder gekleurde en minder zoete vruchten. Bovendien is de boom gevoeliger voor ziekten en is hij op termijn uitgeput. 1 tros per spoor, doorgaans de eerste, of ca. 3 à 5 trossen per meter gelden als norm voor gezonde planten.
- Druiven krenten: Dit is het wegknippen van de kleine en slecht geplaatste bessen binnenin de tros. Elke bes moet voldoende plaats hebben om te dikken. Dit gebeurt best zo snel mogelijk en uiterlijk tot de druiven een erwt groot zijn. Onervaren kwekers knippen vaak te weinig weg. Een gekrente tros ziet er los uit, maar men moet bedenken dat iedere druif zo groot wordt als het kleinste oog van uw knipschaartje. Te weinig krenten geeft aanleiding tot rotte bessen.
Kiwibomen
Nuttige weetjes:
- De kiwi is een zeer sterk groeiende slingerplant die goed gedijt in wijnbouwgebieden (warm en droog).
- Deze Chinese stekelbes is tweehuizig. Dat wil zeggen dat mannelijke en vrouwelijke bloemen op aparte planten voorkomen. Omdat de vrouwelijke stamperbloemen voor de bijen minder aantrekkelijk zijn, is handmatige bestuiving met penseel aan te raden.
- Aan een draad aangebonden kunt u een plantafstand van 5 meter vooropstellen.
- De kiwiboom kunt u best snoeien op dezelfde manier als de druivelaar. De zijtakken moet u reduceren tot 5 bladeren en de dieven later herhaaldelijk wegnemen. De zijtakken dient u ’s winters op 2 ogen terug te snoeien.
- De kiwiboom oogsten gebeurt in onze streken vanaf eind november tot Kerstmis. De vruchten zijn dan houdbaar tot april.
- Tweeslachtige kiwi’s lijken vaak op twee aan elkaar gegroeide kiwi’s, maar ze bewaren minder lang dan de vrouwelijke kiwi. Het voordeel is wel dat ze vroeger rijp zijn en bijzonder geschikt zijn voor directe consumptie of verwerking dankzij hun overheerlijke smaak.
Kiwibessen
Nuttige weetjes:
- Kiwibessen zijn volkomen winterhard, enkel een vroege lentevorst kan schade aanbrengen op jong schot en bloei.
- Er zijn zowel vrouwelijke, mannelijke als tweeslachtige planten met kleinere vruchten.
- Bij aanplant langs een draad is het belangrijk om de hoofdtakken te ontwinden die de basisstructuur zullen vormen van de draad. Dit is bedoeld om afsnoering te voorkomen op latere leeftijd.
- Wanneer moet u nu de kiwibessen plukken? In het najaar laat u de kiwibessen best op smaak komen aan de struik. Pluk ze boomrijp voor directe consumptie of koop inlandse productie. Deze overtreft beslist import uit verre landen.
Vijgenbomen
Nuttige weetjes:
- Vijgenbomen horen thuis in het Middellandse Zeegebied. Zon, zon en nog eens zon. Dat is wat de vijg wil. Ze bevriezen bij -15°C en overleven niet in België als u de vijgenboom niet gaat planten op een sterk beschermde plaats. Er vriezen dan ook vaak oudere planten af tot kort bij de grond, maar die schieten de volgende lente terug uit.
- Afhankelijk van uw doelstelling heeft de vijgenboom andere zorgen nodig:
- Plant u de boom voornamelijk voor zijn mooie bladeren, dan kunt u de bodem in de vroege lente met voldoende organisch mest verrijken zodat u grote, gave frisgroene bladeren hebt tot laat in de herfst. Enkel na een mooie warme nazomer zullen de vruchten deels rijpen.
- Plant u de boom voornamelijk voor zijn heerlijke vruchten, kies dan zorgvuldig een geschikte standplaats om de vijgenboom te beschermen tegen vorst. Het beste is een beschutte, zonnige standplaats met beperkte wortelruimte of op arme bodem. U kunt de vijgenboom best geen bemesting geven zodat de groei in het midden van de zomer stopt, de vruchten sneller afrijpen en de vruchtbeginsels beter gehard zijn om te overwinteren (afschermen is gewenst vanaf -7°C). Bij te sterke groei kan wortelsnoei een oplossing zijn. Ook in een koude serre geven vijgen overvloedig vruchten, maar ze nemen veel plaats in.
Trosbessen
Nuttige weetjes:
- Rode en witte trosbessen zijn zeer vruchtbaar en geven jaarlijks een goede opbrengst. U kunt deze bessenstruiken op twee manieren planten: hetzij vrijstaand (ca. 2 m2/plant), hetzij als haag aan draad (1 plant/m). In het laatste geval leidt u 2 tot 3 takken per plant aan 3 draden tot 2 m hoogte. Zwarte bessen, anderzijds, dragen enkel op tweejarig hout. We kweken hierbij dus enkel vrijstaande struiken.
- Door jaarlijks 2 tot 3 oudere of minder goed geplaatste gesteltakken weg te nemen en te vervangen door jonge, kan de bessenstruik tot 15 jaar oud worden.
- Bescherm zo mogelijk de struiken tijdig met netten tegen vogels.
- Alle bessenstruiken zijn dankbaar voor een rijke bemesting. Sterkgroeiende planten geven grote bessen.
- Gedurende de winter kunt u alle bessenscheuten best 1/4 toppen, om zo de valse meeldauw te bestrijden.
Stekelbessen
Nuttige weetjes:
- De stekelbes of kruisbes wordt vaak op stam geteeld voor de liefhebberstuin. Deze stammetjes worden op 1 m hoogte veredeld op ‘Ribes odoratum’ en hebben nood aan een stevige steunstok tot in de kruin. Het voordeel van deze teeltwijze is dat u de bessen makkelijk kunt plukken en dat de struik beter verlucht wordt, waardoor de stekelbessen minder ziektegevoelig zijn.
- Hoe gaat u te werk om de kruisbessen te snoeien? Tijdens de winter moet u de kruin voldoende uitdunnen om tot midden in de kruin te kunnen plukken. Bovendien moet u de twijgen 1/3 of minstens 10 cm toppen om de overwintering van de valse meeldauw te beletten.
Bestrijding van ziektes:
- De klassieke teelt van stekelbes wordt geplaagd door zware aantasting van de valse meeldauw, die we sterk moeten bestrijden. Momenteel gebeurt er veel onderzoek naar nieuwe resistente rassen door kruising met een Noord-Amerikaanse kloon, wat de kruisbesteelt terug zinvol maakt.
- Het is belangrijk om regelmatig te controleren of er rupsen aanwezig zijn op de bessen in de vroege lente. Op enkele dagen kunnen de rupsen de struiken namelijk totaal kaalvreten. Snel ingrijpen is de boodschap.
Frambozenstruiken
Nuttige weetjes:
- Frambozen planten? U plant best 4 scheuten per meter in rijen op 2 m afstand.
- We onderscheiden verschillende framboos soorten, namelijk de zomervariëteiten en de herfstvariëteiten:
- Zomerframbozen dragen op scheuten van vorig jaar die aan draad worden opgebonden (6 à 8 scheuten per meter). Na de oogst snoeit u de oude scheuten onmiddellijk bij de grond weg. Indien nodig ook het teveel aan jonge scheuten van de framboos snoeien tot bij de grond.
- Herfstframbozen dragen in september en oktober vruchten op de jonge scheuten. Hier snoeit u in februari simpelweg alle scheuten juist boven de grond weg.
- Tweemaaldragende frambozen zijn herfstframbozen die niet tot tegen de grond werden teruggesnoeid. Hierdoor geven ze nog een tweede maal vruchten. Wij opteren om toch te snoeien. Zo zorgen we voor een goede opbrengst in september-oktober als het meeste andere kleinfruit al lang is geplukt!
- Frambozen zijn oorspronkelijk bosplanten. Bedek de bodem rondom de struiken met een dikke laag mulch, turf of stro en vermijd elke grondbewerking. De framboos wortelt oppervlakkig en u weet niet waar de nieuwe scheuten zullen opschieten.
- Geeft u de frambozenstruik regelmatig water tijdens de zomermaanden? Dan bent u zeker van een goede opbrengst. Vermijd echter stilstaand water.
Braambessen of bramen
Nuttige weetjes:
- Rode braambessen verdragen wintervorst tot -15°C en zwarte braambessen tot -18°C. Zij schieten echter wel terug uit vanaf de grond.
- U kunt de braambessen best planten langs een stevig draadwerk, met minimum 3 draden tot 1,60 m hoog. De plantafstand bedraagt minimum 3 m.
- Om de braambessen of bramen gemakkelijk te snoeien, moet u de een- en tweejarige scheuten langs een aparte draad opbinden. De tweejarige scheuten dragen vruchten en die snoeit u terug tot kort bij de grond. U kunt eventueel de eenjarige jonge scheuten langs de grond laten liggen en pas na de winter opbinden. Zo vermijdt u vorstschade aan de bloemknoppen.
- U maakt best 1x per jaar de ruimte onder de bessenstruik proper. Uitgezaaide pitten kunnen doorndragende plantjes voortbrengen.
Amerikaanse blauwbessen
Nuttige weetjes:
- De meeste blauwbes soorten zijn zelffertiel, maar u kunt een beduidend hogere opbrengst verkrijgen door kruisbestuiving. U kunt dus best steeds meerdere soorten van de Amerikaanse blauwbes planten en zo de pluk ook verspreiden.
- De Amerikaanse blauwe bes is een heidegrondplant en vraagt een luchtige, humusrijke zandgrond met een pH-waarde tussen 4 en 5. U kunt de pH in zekere mate verlagen door toevoeging van turf. Bovendien zijn een zonnige standplaats en een vochtige voet aan te raden.
- De blauwe bessen zijn enorm gegeerd door merels. Afdekken met een net is een must.
- Eventueel kunt u teelt in grote potten overwegen.
Aardbeien
Nuttige weetjes:
- U kunt uw aardbeien best planten in augustus-september op 25 cm afstand in de rijen en op minstens 60 cm tussen de rijen. Plantgoed in pot kunt u later ook nog planten. Het is ideaal om de aardbeien om de 3 jaar te verplanten.
Moerbeibomen
Nuttige weetjes:
- De moerbeiboom is een traag groeiende, 5 meter hoog wordende, bolvormige struik of kleine boom.
- Uw moerbeiboom planten? Dan kiest u idealiter voor een standplaats die tegen wind beschut is en niet al te nat is.
- Als jonge plant is de moerbeiboom vorstgevoelig, voornamelijk aan de wortel. Een afdeklaag met compost aan de voet na het planten, is geen overbodige luxe.
- De moerbeiboom kan heel oud worden. Mooie exemplaren vinden we nu nog in oude abdijen en kasteeltuinen.
- Gezien zijn gevoeligheid voor takbreuk is de moerbeiboom minder geschikt voor halfstam of hoogstamvorm.